Je ziet alleen het verleden. Daarom betekent wat je ziet niets.

Je ziet alleen het verleden. Daarom heb je wat je ziet alle betekenis gegeven die het voor je heeft.

Je ziet alleen het verleden. Daarom begrijp je niets van wat je ziet.

Je ziet alleen het verleden. Daarom betekenen deze gedachten waarvan je je bewust bent niets.

Je ziet alleen het verleden. Daarom voel je nooit onvrede, of ben je nooit ‘upset’, om de reden die je denkt.

Je ziet alleen het verleden. Daarom voel je onvrede, of ben je ‘upset’, omdat je iets ziet wat er niet is.

De oefening van Werkboekles 130 van Een Cursus in Wonderen komt eigenlijk en in wezen neer op: “Niet dit.”

Maar is dat, als je goed kijkt, niet zo met alle lessen?

De basis voor vergeving is niet dat er iets te vergeven valt, maar de feitelijke omstandigheid dat wij een enkele geest delen. 

De continuiteit van tijd is niet volgtijdelijk. Daarom is tijd altijd voorbij en is alles wat je ziet verleden (les 7 van Een Cursus in Wonderen).